Gebruik
In het geval van een transporteenheid uitgerust met een antiblokkeerremsysteem (ABS), bestaande uit een motorvoertuig en een aanhangwagen of oplegger met een maximale massa van meer dan 3,5 ton, moeten de elektrische verbindingen, waarnaar wordt verwezen in subsectie 9.2.2.6, gedurende het vervoer te allen tijde het trekkende voertuig en de aanhangwagen of oplegger met elkaar verbinden.